Categorieën
Home Interviews met Cees Debets slideshow

Cees Debets, het nieuwe geluid vanaf 2009

1Theater aan het Spui - Foyer - Foto Maurice Haak (4)
Voel je thuis, foto Maurice Haak

John Reinders draagt in januari 2009 het stokje over aan de nieuwe directeur van zijn keuze Cees Debets. In de Theater aan het Spuimagazines van de afgelopen jaren stond bij wijze van seizoensopening een interview met Cees Debets (50). Debets, oa. ex-jeugdtheater Stella en ex-Crossing Border, maakte geen geheim van zijn ambities. De nieuwe directies van het NT, KS en TAHS besluiten, nu het Toneelgebouw achter de Schouwburg ook is gerealiseerd, om samen te werken in de Toneelalliantie. Uit de interviews, u vindt ze hierbij in gecondenseerde vorm, rijst het beeld op van een man die naast theaterdirecteur vooral ook het theater een nieuw elan wil geven. En daarin nu al slaagt. Het  theater runnen is in zijn ogen het publiek onthalen op een voorstelling die beklijft maar daarnaast ook het publiek en de spelers  plezieren in een prettige omgeving. Zijn huidige aktie ter vervanging van de theaterstoelen is daar van een sprekend voorbeeld. Klik voor de interviews op de Tab bovenaan de Homepage.

 

1Theater aan het Spui - Premiere Schuldeisers - Foto Maurice Haak (16)

 

Categorieën
Interviews met Cees Debets Seizoen 2009-2010

2009-2010: De standaard moet verder omhoog.

TS 2009Cees Debets: ‟Ik wil geen zalenboer zijn.”

‟Den Haag heeft dus een echt theaterpubliek, dat is natuurlijk geweldig, maar ik wil meer, meer publiek in een betere omgeving en meer sfeer.”

‟Ik ben met de architect van het gebouw Herman Hertzberger op zoek naar mogelijkheden om dat aan te pakken. Mensen moeten naar binnen gelokt worden en daar verleid worden langer te blijven.‟

‟Ik heb de grote ronde tafel uit de foyer weg laten halen. Fout! De reacties die deze kleine actie met zich meebracht waren enorm. Voor mij was de tafel een obstakel maar veel bezoekers waren aan die tafel verknocht. Bezoekers spraken mij hier persoonlijk op aan als ik in de foyer liep. Het mooie hieraan is dat je merkt dat bezoekers zich erg verbonden voelen met hun theater. Die verbondenheid wil ik stimuleren. Theater aan het Spui moet een plek zijn waar mensen zich thuis voelen.”

‟Het is heel belangrijk om je te realiseren dat het niet zo goed gaat met het Nederlandse theater. En zeker niet met het soort theater dat in Theater aan het Spui te zien hoort te zijn. Dat zijn vaak stukken van jonge makers en de net iets brutalere en verrassender voorstellingen.”

‟Mijn uitdaging is het om het publiek weer enthousiast te maken voor het avontuur.”

‟Theater aan het Spui moet de huiskamer van Den Haag worden. Een plek waar je elkaar ontmoet en waar de voorstellingen en projecten aanleiding zijn voor interessante gesprekken. Maar ook gewoon de plek waar het gezellig is, waar je lol kunt hebben.”

‟Uiteindelijk wil ik dat de voorstellingen langer te zien zijn zodat we er een goede randprogrammering omheen kunnen zetten. Het vluchtige karakter van een voorstelling eenmalig programmeren en de dag erna iets anders, is wat mij betreft verleden tijd.”

‟Theater aan het Spui heeft meer te bieden dan alleen het verhuren van de ruimte. Ik wil geen zalenboer zijn. Natuurlijk is het heel makkelijk om tegen een festivalorganisatie te zeggen dat ze ons gebouw mogen gebruiken, maar we hebben er allemaal baat bij als we kijken hoe we meer voor elkaar kunnen betekenen. Een goed voorbeeld is het Movies That Matter filmfestival.”

‟Na lange tijd komt het jeugdtheater terug. De voorstellingen van Stella Den Haag, Theatergroep Max en ook van De Toneelmakerij zijn voortaan weer te zien in Theater aan het Spui. Op jeugdtheatergebied behoren zij tot de beste van de wereld en genieten internationale bekendheid. Ik ben trots dat wij dat kunnen laten zien aan het Haagse publiek. Verder wordt muziektheater de rode draad door de programmering. Theater aan het Spui had door groepen als de Veenfabriek en Orkater al veel goeds in huis. Dat wil ik verder uitbouwen want er is nog veel meer.”

‟We blijven zelf voorstellingen maken maar dan moet er wel geld zijn. Een productiehuis doe je er niet zomaar even naast, daar moet je serieus mee omgaan. En er moet geld voor komen want dat is er nog niet.”

‟De standaard moet de komende jaren verder omhoog. Theater aan het Spui moet een exclusieve programmering hebben, de beste en meest bijzondere voorstellingen. Niet alleen Nederlandse maar ook belangwekkende voorstellingen uit het buitenland wil ik hier graag zien. Het Spuiplein moet het beste cultuurplein van Europa worden. Te beginnen met kleine stapjes zoals betere koffie en dat de deur voor je opgehouden wordt. Kleine ambitie en grote ambitie gaan hand in hand. Het beste theater dat slechte koffie serveert is natuurlijk ondenkbaar.”

Categorieën
Interviews met Cees Debets Seizoen 2010-2011

2010-2011: Niet één gang, maar het hele menu.

TS 2010Cees Debets:“Het gaat er niet alleen om dat je meer kaartjes verkoopt.”

‟Aan het begin van het vorige seizoen had ik het over betere koffie. Nou, die koffie is beter geworden en nu hebben we zelfs verse muntthee. Kleine veranderingen hebben vaak grote effecten. De nootjes op tafel zorgen ervoor dat mensen zich uitgenodigd voelen om wat langer te blijven waardoor het langer gezellig is in de foyer. Ons publiek en ook de artiesten vinden het weer leuk in Theater aan het Spui. Komend seizoen wordt de foyer nog gezelliger omdat we dan de inrichting en de verlichting aanpakken.”

‟Mijn vrouw herinnert mij er vaak aan dat ik een theater runen niet langer een festival organiseer. Toen ik nog bij Crossing Border werkte, piekte je een vast aantal keren per jaar. Hier dacht ik met diezelfde festivaldynamiek te werken. Maar ik heb mij daarin vergist omdat wij vijf, zes en soms wel zeven dagen per week voorstellingen hebben. Natuurlijk moet de sfeer altijd goed zijn, moeten de mensen zich op hun gemak voelen en natuurlijk wil ik dat er die driehonderd keer per jaar zoveel mogelijk publiek naar de voorstellingen komt kijken. Dat is niet altijd haalbaar. Soms zit de zaal vol en soms zit er wat minder publiek. Nu weet ik dat dat juist de bijzondere dynamiek van het theater is.”

‟Ik moet voortdurend mensen overtuigen dat Theater aan het Spui belangrijk is en een belangrijke positie heeft. De discussie is heel plat geworden omdat het te vaak gaat om hoeveel mensen er nou komen. Alsof het er alleen maar om gaat hoeveel kaartjes je verkoopt. Natuurlijk is dat van belang, maar bij kunst is dat niet het enige dat telt. In deze tijd van bezuinigingen kost het verschrikkelijk veel inspanning om zelfs maar de basisvoorwaarden in stand te houden. Waarschijnlijk moet ik minder voorstellingen programmeren, we zullen het met minder personeel moeten doen en we zullen meer moeten verdienen.”

 ‟Nieuw is Bij Herman, een heel klein, houten theaterzaaltje in de foyer van Theater aan het Spui waar 21 mensen in kunnen. Onder de noemer van Bij Herman organiseren we allerlei projecten rond voorstellingen om het publiek erbij te betrekken of context te geven. Bij Herman maakt duidelijk dat er meer in Theater aan het Spui gebeurt dan alleen voorstellingen. De nieuwsgierigheid die Bij Herman nu oproept moet straks door het hele theater worden opgeroepen. Bij Herman staat voor mij symbool voor wat ik vind dat Theater aan het Spui in de toekomst moet zijn; een atelier waar het publiek deelgenoot gemaakt wordt van het productieproces.”

‟Ik wil dat de voorstelling een onderdeel is van een groter geheel. De voorstellingen zijn wat mij betreft de maaltijd die je nuttigt, maar in Theater aan het Spui ben je er ook getuige van hoe ze tot stand komen. Dankzij de randprogrammering ga je bij ons niet voor één gang, je gaat voor het hele menu. Omdat er voor een aantal producties in Theater aan het Spui gerepeteerd wordt, zoals Theatergroep Max, Frans Strijards en Orkater, kan het publiek al in een vroeg stadium betrokken worden bij het maakproces.” (Bij het begin van seizoen 2010/2011.)

Categorieën
Interviews met Cees Debets Seizoen 2011-2012

2011-2012: Positieve ontwikkelingen in zuinige tijden.

TS 2011Cees Debets: “De lijn omhoog is gevonden.Toch kan er nog een schepje bovenop.”

‟Jarenlang was het overheidsbeleid gebaseerd op een bepaald subsidievolume maar dat beschikbare bedrag is nu in één klap een stuk minder. Het kan niet anders dan dat het culturele landschap zoals we dat nu kennen rigoureus zal veranderen. Het baart mij zorgen dat juist jonge talentvolle nieuwe theatermakers het hardst getroffen worden door deze bezuinigingen. Precies de groep die zo thuishoort in Theater aan het Spui.”

‟Ik wil de bezuinigingen pareren met meer publiek, meer kaartverkoop en daarmee meer inkomsten. Maar daarmee alleen redden we het niet. Daarom kijken we  heel actief naar andere financieringsmogelijkheden zoals sponsoring. Ook zullen we de ruimtes in Theater aan het Spui vaker verhuren aan derden. We zullen onze kosten nog kritischer tegen het licht houden.”

‟Onverwacht positief aan de aangekondigde bezuinigingen is dat theaters elkaar meer opzoeken en beter gaan samenwerken. Er zijn gesprekken die in het verleden onmogelijk leken. Het levert nieuwe invalshoeken op. Er komt veel spannends aan, dat weet ik zeker.”

‟Dit seizoen is ook anders omdat het steeds beter zichtbaar wordt dat er een nieuwe wind waait in Theater aan het Spui.”

‟Ik focus als programmeur nog meer op kwalitatief hoogwaardige voorstellingen. Enerzijds met het ogenschijnlijke complexe aanbod van een talent als Thibaud Delpeut, anderzijds met verrassend mooie voorstellingen zoals die van Jakop Ahlbom, een theatermaker die al een groot publiek heeft maar nog veel vollere zalen verdient. Niet voor niets kreeg hij tot twee keer toe de Toneelkijkerprijs, de publieksprijs van Theater aan het Spui.  Ik hoop met dit brede en veelzijdige aanbod veel mensen over de vloer te krijgen die na een leuke ervaring nog een keer terugkomen.”

‟Ieder seizoen worden we meer en meer de huiskamer van Den Haag. De foyer wordt gebruikt als een decor dat steeds verandert. Dat Bij Herman, het houten huisje dat anderhalf jaar in de foyer stond, nu is verdwenen is exemplarisch. Er is een aantal zeer succesvolle voorstellingen in te zien geweest waarvan er twee deze zomer op De Parade. De activiteiten in het kleinste theaterzaaltje brachten veel levendigheid in de foyer maar het is weer tijd voor iets nieuws. Wat dat betreft luisteren we ook graag naar suggesties van ons publiek. Zo heeft een aantal vaste bezoekers het initiatief genomen ons te helpen met het vinden van manieren om een nieuwe tribune aan te schaffen. Die persoonlijke band met het publiek vind ik fantastisch. Menig theater zal jaloers zijn op bezoekers die zo met je meeleven.” (Bij begin van het seizoen 2011/2012.)

Categorieën
Interviews met Cees Debets Seizoen 2012-2013

2012-2013: Nieuw fenomeen in Haagse theaterwereld: de Toneelalliantie.

TS 2012-2013Cees Debets: “Onze groep vaste bezoekers groeit gelukkig nog steeds.”

“Het Nationale Toneel, de Koninklijke Schouwburg en het Theater aan het Spui zijn bepalend voor het toneel in Den Haag. We slaan nu onze handen ineen in de Toneelalliantie. Door samen te werken hebben we meer slagkracht en zijn we zichtbaarder in de stad. We zullen in gezamenlijkheid scholen benaderen, randprogramma’s ontwikkelen en bijvoorbeeld samen op het Uitfestival het toneel in Den Haag promoten in plaats van alleen onze eigen instellingen.”

“Afgelopen seizoen hebben we al een voorschot genomen met de voorstelling Schuldeisers van Theu Boermans, artistiek leider van het NT, in Theater aan het Spui. Ons streven is om de scheiding tussen het Schouwburgpubliek en dat van Theater aan het Spui te doorbreken. De Toneelproeverij, de naam van een nieuwe abonnementsvorm, is daar een goed voorbeeld van. Met dat abonnement bezoek je de ene keer een voorstelling in de Schouwburg, de volgende keer in Theater aan het Spui.”

“Het is een enorm compliment dat de adviescommissie ‘Meerjaren Beleidsplan Kunst en Cultuur’ heel positief is over Theater aan het Spui. Een enorme opsteker. Vooral ook omdat wij geprezen worden om onze gastvrijheid en ons contact met het publiek.”

“Dit seizoen wordt heel spannend. Er zijn gezelschappen die ik geprogrammeerd heb, die eind augustus pas horen of ze geld krijgen of het met veel minder moeten doen. We weten nu al dat Noord Nederlandse Dans, dat hier al jaren voor veel publiek mooie voorstellingen laat zien, bij ons op 7 december de allerlaatste voorstelling uit hun bestaan zal dansen. Ook het Ro Theater weet nu al dat het minder geld krijgt. Zij kunnen zomaar besluiten alleen nog maar voorstellingen voor grotere schouwburgen te maken.  Het publiek zal veel moois mislopen vrees ik.”

“We blijven plaats inruimen voor jong talent. Ons huisgezelschap Firma MES heeft voor de komende vier jaar subsidie gekregen. Ze maken daarmee twee voorstellingen per jaar waarvan één in samenwerking met het Nationale Toneel. Een spannende ontwikkeling is dat door het wegvallen van productiehuizen jonge theatermakers direct aankloppen bij theaters voor ruimte om te spelen en hulp bij het aanvragen van fondsen. Samen met andere theaters in Nederland zal Theater aan het Spui nieuwe theatermakers op voorhand ondersteunen, nog voor dat ze subsidie hebben gekregen. Dat vind ik ook onze verantwoordelijkheid. Want wij willen over tien jaar nog steeds mooie en vernieuwende voorstellingen laten zien. Dat vereist investering in nieuw talent.”

“Er is een grote groep vaste bezoekers van Theater aan het Spui en die groep wordt gelukkig steeds groter. Veel mensen hebben ons gevonden en in veel gevallen ook hervonden. Daarnaast hechten we er aan om ook nieuwe groepen mensen aan ons te binden. We benaderen heel actief scholen, breiden ons succesvolle toneel- en danskijkerproject uit, organiseren backstage diners en organiseren allerlei activiteiten rond voorstellingen. Alles om de voorstelling in een context te plaatsen en het publiek actief erbij te betrekken. Want ons publiek is heel mondig en voelt zich medeverantwoordelijk. Zo heeft een aantal zich verenigd en op eigen initiatief een vriendenvereniging van Theater aan het Spui opgericht, het Spuigenootschap. Zulke publieksinitiatieven vind ik fantastisch en we doen alles om die te ondersteunen.” (Bij het begin van seizoen 2012/2013.)