Categorieën
Verhalen

Toespraak opening wethouder Ans van der Berg

toespraak ans van de nberg

Categorieën
Verhalen

Opening 3 juni 1993 Theatercentrum

open doekjes

Categorieën
Verhalen

Toespraak wethouder Louise Engering 10 jarig bestaan

toespraak louise engering

Categorieën
Verhalen

Bart Chabot – Spuitheater

Bart Chabot  Spui 001

Categorieën
Verhalen

Wraak van vrouwen in ‘Krankheit’ door Alex d’Electrique en Het Gebeuren

Scan 5

Categorieën
Verhalen

Reier Pos – Verhalen van het spui

Het is een zonovergoten dag die 8e september 2002.

Er loopt een lint publiek van het spui richting de uitmarkt op het Voorhout.

Op de hoek met de grote marktstraat ontstaat een mengeling met het publiek van de koopzondag.

Iets verder op de Kalvermarkt ligt de Belgische machinist van de 80 meter hoge kraan rustig achterover.

De tribune hangt aan de buitenkant van het stadhuis met publiek dat naar de voorstelling van het Nationale toneel kijkt. Over 5 min zullen ze naar de bovenste etage, op 45 meter hoog, de voorstelling van de Appel gaan bekijken. Willem Helversteijn verantwoordelijk vanuit het Theater aan het spui voor de buienradar komt aanlopen “de radar laat een donker vlek zien boven Den Haag maar nog niet rood“ zegt hij. De cue voor de volgende scene van de Appel wordt gegeven. De machinist van de kraan houdt zijn hand aan de knop en kijkt me strak aan. Kijk langs hem heen en zie in de grote marktstraat de vlaggen van de V&D strak staan. Nog nooit had ik het handgebaar ‘kill’  gegeven, de machinist begreep het, mede geholpen door zijn windmeter die op dat moment 70 km/h aangaf. Met de techniek van het spui en wat omstanders lukte het om de tribune veilig aan de grond te krijgen. De staalkabels van de hangconstructie danste als elastiekjes in het rond.

20 minuten later ging de volgende voorstelling alweer naar boven.

April 2003

“Heb je nog meer projecten in je hoofd zoals dat Office 2002 bij het stadhuis” vraag John Reinders.

“Wil ooit nog eens een theater in de zee bouwen waar verhalen worden verteld.”

“Maak een plan en we gaan er mee aan de slag.”

Met en maquette die maar net door de deur past stapte we de kamer van wethouder cultuur Louise Engering binnen. Was blij dat zij niet wist dat ik verantwoordelijk  was voor het kleine brandje in haar  haar tijdens de opening van het theater. “We hebben een goed plan voor Den Haag” zij Reinders en daar is geld voor nodig.  Na een korte uitleg van het plan zagen wij het enthousiasme van de wedhouder groeien “als het volgend jaar klaar kan zijn dan worden jullie het vlaggenschip van Den Haag puur cultuur 2004”. Met een toezegging van een ton vertrokken we.

Reinders verantwoordelijk voor de programmering van het theater stelde voor om naar Malta te gaan om te kijken of daar een voorstelling gemaakt kon worden. Malta zou dat jaar toetreden tot de EU en zou het geheel een internationaal karakter kunnen geven. Een reis van 7 dagen via D-reizen was volgens John goedkoper dan een dag heen, overnachten en weer terug.

We hadden het uiteindelijk ook in één dag kunnen doen, want Malta telde toen 300.000 inwoners en drie gezelschappen.

Met de indrukwekkende maquette en het plan zijn we daarna langs alle directeuren van grote bedrijven gegaan, en ons voorstel om het theater een avond uit te kopen gingen als warme broodjes over de toonbank.

Met 10 bedrijven 250.000 en 100.000 van de gemeente lag er een goede basis voor het plan.

Anders werd het toen het bestuur van het Spui de risico’s voor het theater te groot vonden.

Een verzoek aan de gemeente voor een garantstelling was niet mogelijk, maar er was wel de belofte dat er verder gezocht zou worden. Maart 2004, er was nog geen garantstelling gevonden en de deadline was gepasseerd. Een poging van de Scheveningse haven om het project over te nemen liep, om inhoudelijke redenen van het plan, op niets uit.

Had mijn vakantie met de kinderen in april gepland om de zomer beschikbaar te zijn voor het project Verhalen van de zee. Net voorbij Antwerpen ging de telefoon “met Schoofs van de provincie Zuidholland, heb begrepen dat u geld nodig heeft voor een project in de zee, heeft u 2 of 250.000 nodig?”. Bij het eerste benzinestation belde ik met de bouwer van het theater of het alsnog gebouwd kon worden, dat zou nog kunnen. “John, we hebben geld, het theater kan gebouwd worden zullen we het dan toch door laten gaan?“ hij;  “de programmering is afgezegd en ik kan op zo’n korte termijn geen hoogwaardige programmering meer regelen, we gaan voor kwaliteit”.

Het werd een slechte zomer.

In 2005 liepen we weer met de maquette, nu voor de prijsvraag voor een nieuw festival in Den Haag als opvolger van het North Sea jazz. Festival Verhalen van de Zee kwam als beste uit de bus, maar de gemeente koos voor Pure jazz en  TodaysArt.

Categorieën
Verhalen

Afscheidsspeech voorzitter Steven van Dissel

Beste mensen

Het is met weemoed dat ik afscheid neem van het bestuur van dit theater.

In de afgelopen zestien jaar heb ik mee kunnen helpen om letterlijk vanuit het niets, in elk geval het dreigende niets, dit prachtige theater op te bouwen tot wat het nu is: niet meer weg te denken uit het Haagse culturele leven.

Het lijkt uiterlijk in niets meer op het oude Theater aan de Haven, waar we zestien jaar geleden met de stichting zijn begonnen, maar innerlijk is er gelukkig nog niet veel veranderd: ik herken nog steeds de onvermoeibaarheid, de creativiteit en het theater-maken, desnoods tegen alle winden in, gewoon omdat het MOET.

Ik koester niet alleen het theater zelf, dit blijvende aandenken aan de afgelopen jaren. Maar vooral neem ik nu een beetje afscheid van al die mensen die ik daarbij, in alle vergaderingen en bij alle voorstellingen, heb kunnen ontmoeten. Voor mijzelf is dat ontzettend inspirerend geweest.

Het theatergebouw is met zijn voorstellingen voor de Hagenaars natuurlijk het belangrijkste. Maar voor mij als bestuurder zijn het toch vooral ook jullie, de mensen achter de schermen geweest die het tot zo’n mooie tijd hebben gemaakt. Het zal niet verbazen, dat ik daarbij vooral denk aan diegenen die bijna net zolang als ik bij dit theater betrokken zijn geweest: Hillie, Hans en John. Jullie hebben ook, in de vergaderingen, het meest met ons, als bestuur, te maken gehad. Ik dank jullie voor het vertrouwen dat jullie kennelijk steeds in ons bestuur hebben gehad. Voor een voorzitter vooral is dat wel een heel belangrijke voorwaarde om werkelijk mee te kunnen werken. De contacten met het oud-hoofd van de technische dienst Leo van der Toorn –zeg maar: de vroegere Willem- dateren van de eerste beginperiode, toen hij een tijd namens de medewerkers in ons bestuur zat, en mijn persoonlijke contact met Leo dateert zelfs nog van vóór de start van de stichting, toen ik hem nog alleen kende van mijn amateuroptredens in het Theater aan de Haven en Leo ons clubje met alles –soms bijna letterlijk- uit de brand hielp.

Maar als voorzitter ben je natuurlijk vooral ook afhankelijk van je medebestuursleden. Ik heb er vele gehad in al die jaren. Mij zal van alle vergaderingen bijblijven de goede sfeer, de constructieve manier waarop telkens is gesproken en besloten met het allesoverheersende belang van het theater hoog in het vaandel. Met trots kan ik melden dat in zestien jaar in onze bestuursvergaderingen geen enkele maal over enig onderwerp is gestemd: we zijn het altijd zonder stemmingen eens geworden over soms toch lastige onderwerpen. Ik ben al die collega’s bijzonder dankbaar voor hun steun en hun humor.

Eén van die oud-collega’s wil ik hier nog noemen: oud-wethouder Fré Vooys. Zij was een ware ridder van het eerste uur die mij destijds, terwijl ze me helemaal niet kende, met al haar ervaring door de eerste politieke wespennesten heeft geloodst, op een moment dat het geen haar heeft gescheeld of door al het politieke gekrakeel de hele Stichting was de grond in geboord. Als dat toen was gebeurd, dan hadden wij hier nu niet gezeten.

En van Fré Vooys kom ik vanzelf terug bij John.

Als ik achteraf ergens trots op ben is het wel dat vooral Fré en ik indertijd die jonge branieschopper uit Amsterdam hebben verkozen boven talloze andere, toch niet de minste, kandidaten om directeur van dit theater te worden. Ik heb er nooit een dag spijt van gehad.

John, bedankt voor de mooie en soms toch lastige jaren, waarin je openheid en eerlijkheid tegenover ons en je enthousiasme het voor mij een heel bijzondere samenwerking hebben gemaakt. Ik weet dat voor jou dit theater toch als een eigen kind is geworden: blijf er als een goed vader voor zorgen, maar besef dat het nu inmiddels wel een grote puber is geworden.

Ten slotte: Piet Wapperom is de nieuwe bestuursvoorzitter, we kennen hem al jaren als bestuurslid. Ik weet dat het bestuur bij hem in goede handen is. Ik wens Piet de komende tijd alle succes.

En ik wens jullie allemaal, bestuur en medewerkers, en het Theater aan het Spui een opwindend bestaan, tot in lengte der dagen. Ik zal jullie missen.

Steven van Dissel – 2001