Het is een zonovergoten dag die 8e september 2002.
Er loopt een lint publiek van het spui richting de uitmarkt op het Voorhout.
Op de hoek met de grote marktstraat ontstaat een mengeling met het publiek van de koopzondag.
Iets verder op de Kalvermarkt ligt de Belgische machinist van de 80 meter hoge kraan rustig achterover.
De tribune hangt aan de buitenkant van het stadhuis met publiek dat naar de voorstelling van het Nationale toneel kijkt. Over 5 min zullen ze naar de bovenste etage, op 45 meter hoog, de voorstelling van de Appel gaan bekijken. Willem Helversteijn verantwoordelijk vanuit het Theater aan het spui voor de buienradar komt aanlopen “de radar laat een donker vlek zien boven Den Haag maar nog niet rood“ zegt hij. De cue voor de volgende scene van de Appel wordt gegeven. De machinist van de kraan houdt zijn hand aan de knop en kijkt me strak aan. Kijk langs hem heen en zie in de grote marktstraat de vlaggen van de V&D strak staan. Nog nooit had ik het handgebaar ‘kill’ gegeven, de machinist begreep het, mede geholpen door zijn windmeter die op dat moment 70 km/h aangaf. Met de techniek van het spui en wat omstanders lukte het om de tribune veilig aan de grond te krijgen. De staalkabels van de hangconstructie danste als elastiekjes in het rond.
20 minuten later ging de volgende voorstelling alweer naar boven.
April 2003
“Heb je nog meer projecten in je hoofd zoals dat Office 2002 bij het stadhuis” vraag John Reinders.
“Wil ooit nog eens een theater in de zee bouwen waar verhalen worden verteld.”
“Maak een plan en we gaan er mee aan de slag.”
Met en maquette die maar net door de deur past stapte we de kamer van wethouder cultuur Louise Engering binnen. Was blij dat zij niet wist dat ik verantwoordelijk was voor het kleine brandje in haar haar tijdens de opening van het theater. “We hebben een goed plan voor Den Haag” zij Reinders en daar is geld voor nodig. Na een korte uitleg van het plan zagen wij het enthousiasme van de wedhouder groeien “als het volgend jaar klaar kan zijn dan worden jullie het vlaggenschip van Den Haag puur cultuur 2004”. Met een toezegging van een ton vertrokken we.
Reinders verantwoordelijk voor de programmering van het theater stelde voor om naar Malta te gaan om te kijken of daar een voorstelling gemaakt kon worden. Malta zou dat jaar toetreden tot de EU en zou het geheel een internationaal karakter kunnen geven. Een reis van 7 dagen via D-reizen was volgens John goedkoper dan een dag heen, overnachten en weer terug.
We hadden het uiteindelijk ook in één dag kunnen doen, want Malta telde toen 300.000 inwoners en drie gezelschappen.
Met de indrukwekkende maquette en het plan zijn we daarna langs alle directeuren van grote bedrijven gegaan, en ons voorstel om het theater een avond uit te kopen gingen als warme broodjes over de toonbank.
Met 10 bedrijven 250.000 en 100.000 van de gemeente lag er een goede basis voor het plan.
Anders werd het toen het bestuur van het Spui de risico’s voor het theater te groot vonden.
Een verzoek aan de gemeente voor een garantstelling was niet mogelijk, maar er was wel de belofte dat er verder gezocht zou worden. Maart 2004, er was nog geen garantstelling gevonden en de deadline was gepasseerd. Een poging van de Scheveningse haven om het project over te nemen liep, om inhoudelijke redenen van het plan, op niets uit.
Had mijn vakantie met de kinderen in april gepland om de zomer beschikbaar te zijn voor het project Verhalen van de zee. Net voorbij Antwerpen ging de telefoon “met Schoofs van de provincie Zuidholland, heb begrepen dat u geld nodig heeft voor een project in de zee, heeft u 2 of 250.000 nodig?”. Bij het eerste benzinestation belde ik met de bouwer van het theater of het alsnog gebouwd kon worden, dat zou nog kunnen. “John, we hebben geld, het theater kan gebouwd worden zullen we het dan toch door laten gaan?“ hij; “de programmering is afgezegd en ik kan op zo’n korte termijn geen hoogwaardige programmering meer regelen, we gaan voor kwaliteit”.
Het werd een slechte zomer.
In 2005 liepen we weer met de maquette, nu voor de prijsvraag voor een nieuw festival in Den Haag als opvolger van het North Sea jazz. Festival Verhalen van de Zee kwam als beste uit de bus, maar de gemeente koos voor Pure jazz en TodaysArt.